donderdag 11 augustus 2011

Lijkt wel de jaren tachtig

In de kranten staat het: het lijkt wel de jaren tachtig. Niet letterlijk, maar zo lees ík het. Ook al omdat ik net The Breakfast Club zag en The Simple Minds sindsdien niet meer weg te denken zijn uit m'n ochtendroutine. Koffie en Don't You (Forget about me). Terwijl ik dus die kranten lees.
Recentelijk - ik hou van dat woord; dat woord doet denken dat ik m'n research heb gedaan, recentelijk schreef ene Katherine Birbalsingh in The Telegraph een stuk getiteld: "No Wonder these Kids Think Stealing Trainers is OK: Everyone's Making Excuses for Them." (Ik zet de link hieronder. Wilt u ook even de begeleidende foto bekijken? Men zegt soms dat links hautain overkomt.) Nochtans heb ik niemand horen zeggen over de belagers van dat gewonde joch wiens rugzak leeggeroofd werd dat "ach, die rakkers, ze moeten toch iets?" Integendeel, er zijn vannacht nog meer dan duizend oproerkraaier gearresteerd. Naar verluidt meldde geen enkel bobby dat hij het jammer vond om die boefjes hun pret af te pakken, geen enkel slachtoffer kwam naar voren om de andere wang te bieden. Londen brandt. Zij die zich dat aantrekken slingeren de criminelen verwensingen naar het hoofd. De VN-troepen blijven alsnog binnen. De rest slijpt een potlood of twee, en schrijft een column.

Het is de goede oude rechtse reactie: Je bent verantwoordelijk voor je eigen fouten. Goed credo, dat. U hoort me niet klagen. Maar als iemand als Theodore Dalrymple de oorzaak van deze rellen plaatst bij een gebrek aan zelfrespect en bij luiheid, en dat die eigenschappen te wijten vallen aan luie ouders zonder werk die enkel zakgeld van de overheid aannemen, dan krijg ik toch de neiging om een voorzichtig wijsvingertje op te steken.
Niemand zegt dat dit oké is. Niemand brult moord en brand om de bloedjes van kinders die niet genoeg Nikes hebben. De mensen die van mening zijn dat deze rellen te vergelijken vallen met de Arabische Lentes moesten duidelijk een deadline halen en drukten op 'verzenden' voor ze ook maar een seconde hadden nagedacht. Causaliteit is moeilijk te bewijzen, denk ik dankbaar terwijl ik m'n kopij van GTA IV bevinger, maar één op zeven Londenaars ontvangt een uitkering, en 44 procent van alle kinderen in londen groeien op onder de armoedegrens. En die percentages pieken dan nog hoger als je ze per regio bekijkt. De regio's waar ze nu dus schoenen stelen. De regio's waar hooligans zingen:
"I'm forever blowing bubbles.
Pretty Bubbles in the air.
They fly so high,
'til they reach the sky,
then like my dreams they fade and die."
Ietwat veelzeggender dan dat het stil is aan de overkant. En het ìs ook niet stil aan de overkant van de Noordzee. Ha. Het is overigens nog vroeg, wanneer ik dit schrijf.

Birbalsingh schrijft: "many of these mindless thugs involved in the riots don't think more than 10 seconds into the future." Ze schrijft dat nippend aan haar koffie - geen latté, uiteraard - op haar laptop in de dichtstbijzijnde Starbucks. In buitenwijken waar sommige gezinnen al vier generaties lang geen job kunnen vinden, lijkt een seconde stilstaan bij de gevolgen van een actie me ook vergezocht. Naar het schijnt serveren ze in de gevangenis elke dag een warme maaltijd.
En Dalrymple schrijft: "Het deel van de maatschappij dat rellen schopt is relatief arm, maar bezit toch alle elektronische apparatuur die nodig is voor wat echt telt in het leven: het entertainment van de populaire cultuur." Meneer Dalrymple is een doktor, zoon van een zakenman, maar ik vraag me toch af of hij, was hij de zoon, kleinzoon en achterkleinzoon van een werkeloze geweest, of hij dan het weinige geld dat hij bijeen kon schrapen zou uitgeven aan een Ipod of aan een boek over de anatomie van de mensheid. Voor iemand die het woord communie in de mond neemt als ware het het vlees van Christus moet de term peer pressure toch bekend zijn. Of ook nog: escapisme. Denk ik.

Het geweld is inderdaad compleet doelloos. Ergens las ik de zin "geen wonder dat deze jongeren rel schoppen. Hun leven heeft toch al geen zin." Kijk, dat vind ik klare taal. Daar kan ik me in vinden. Zo'n potsierlijke hoodiedragende idioot die met het bierblikje in de broekzak een bloedende jongen ontdoet van z'n waardevolle bezitten, die mag je voor mijn part defenestreren, maar hij verliest er z'n job niet mee. En pa en ma, die niet bepaald kunnen zeggen dat ze carrière maken zullen hem niet herinneren aan alle kansen die hij weggooit. Iemand anders die hen op hun fouten kan wijzen dan?
De besparingen van Cameron hebben in Tottingham alleen al 75% van de jeugdwerking in duigen doen vallen. Birbalsingh is godbetert een leerkracht, maar als ze opmerkt dat deze jongens wat meer autoriteit nodig hebben en iemand die hen duidt op Goed en Kwaad, dan neem ik aan dat ze die carrière net op een broodnodige pauze had gezet. Wanhoop en uitzichtloosheid zijn moeilijke kwalen om te genezen, maar de films uit m'n jeugd hebben me geleerd dat leraren die de klas verlaten omdat haar leerlingen toch niet te bereiken vallen nooit bedankt worden met een welgemeende "Oh Captain, My Captain."

De 'let them eat cake' attitude die mensen als Dalrymple en Birbalsingh aannemen is even typerend als de kramp waarin rechts schiet elke keer er iets ergs gebeurd. De week na Öslo werd ik meer gebombardeerd met opiniestukken van in hun eer geraakte conservatieven die links beschuldigde van hen te beschuldigen (kunt u volgen?) dan feitenverslagen. Links was op een paar uitzonderingen na nog niet eens aan het wijzen. Ons gevoelige, flauwe, socialistische peperkoekenhartje was nog bezig met youtubefilmpjes twitteren. Facebookstatussen aan het opstellen.

Dus ik kijk nogmaals naar The Breakfast Club. En als ik een melig man zou zijn zou ik opmerken dat John Bender naar alle waarschijnlijkheid zijn strafstudie verdiende, maar dat wie weet wel niemand ooit de John Benders in Tottingham een diamanten oorbel in de hand drukte. M'n lippen vormen de woorden tegen m'n wil in mee. You see as you want to see us.

Sincerely yours,

Neetens


http://www.youtube.com/watch?v=jpc7TBhilFI

http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=JH3DRJO3

http://blogs.telegraph.co.uk/news/katharinebirbalsingh/100100161/no-wonder-these-kids-think-stealing-trainers-is-ok-everyone-makes-excuses-for-them/

zondag 12 juni 2011

Voor Doktor

Ik zag gisteren - of neen, vandaag - een vrouw
op straat haar zeilen vieren; haar voeten
en schouders waren eerst, de rest ving wind,
voortdurend leek ze net niet aan het landen te gaan.

Af en toe wordt een komma gezet, maar dat aarzelen
is geen aarzelen. Het is een kritisch genieten.
Als ze dan weer land vindt, tussen mijn sleutelbenen,
hijgt ze dat dit misschien wel een feestje is.

woensdag 1 juni 2011

Ach

Ons lied gaat van oh! en kijk
en van allemaal samen
van we zijn er nog niet helemaal
zeker van,maar wel klaar voor

Ach ik zing enkel strofes nog
de refreinen ben ik kwijt

Moeder ze gaven ons helm en pen
Eindelijk zijn we nodig aan het front
Eindelijk zijn de hordes hier
De hordes die ons marlboro verkopen
de hordes met hun soa's hun dogma's
hun ijzige schaamtes
en hun woestijnsgeest
de hordes de hordes

ik ben geen nationalist,
ik heb nooit mijn grenzen gekend.

Onze doelen zijn helder
We willen gelauwerd
We willen gebalsemd
de leden geboekstaafd en de dagen ontleed
opgeklopte koppen in de kranten
Met weidse gebaren redigeren we alvast ons dagboek

Ach, ik ben broos als zwarte huid,
en vluchtig als de geur ervan.


Nu nog is het een bange, kleine wereld
en wij zijn breed
we zullen nog al eens

Ach

woensdag 25 mei 2011

De fotograaf

Het moment waarvan je denkt
Ja! Houden zo!
dat kwam maar niet.
Dus moest er gewacht worden.

Stram stonden ze daar wat te staan.
Hier en daar trilde een spier, of
Werd een kind de mond gesnoerd.
“De fotograaf komt morgen,” zei vader.

De fotograaf liet uiteindelijk een briefje achter.
“U lag daar zo mooi te slapen met z’n allen,
ik kom later wel eens terug.”

Sindsdien speelt geen kind meer buiten
En het dak en balkon liggen vol gebroken
Glas. Niets wordt nog vuil.

En vader wacht geduldig
tot er iemand roept:
“Ja! Houden zo!”

maandag 3 januari 2011

Om het over Amerika te hebben

Voor M. I.

Om het over Amerika te hebben,
Ergens daar kwamen
op 1 januari
duizend dode vogels uit de
hemel gestort als dichters.
Officieel verslag: trauma.
Misschien ook: vergiftiging.
Misschien: ziekte.

Ik doe mijn best daar niets poëtisch mee te doen.
Maar we zouden kunnen voetballen tot een man
van de gemeente met schop en fluovest langskomt
en de rommel constateert.

zaterdag 10 oktober 2009

10/10/2009

De ochtend had nog geen
kleuren en ik nog geen piemelhaar.
Ik maakte oranje
en verbrandde de eerste bladeren van boeken.
Dat mocht alleen als er geen letters op stonden.

Ik kon
alles altijd ook, en beter.
En later zou ik nog veel meer ook kunnen,
en als ik dood ging zijn zou iedereen huilen
en geen hagelstenen meer gooien
en mij missen.

De ochtend was toen iets
waarop gewacht werd.
Met mijn vingers in de cacao
schreef ik letters die je kon zien
omdat ze er niet waren.

Ik kan het gelukkig nòg:
huilen en kruipen en vermoeden
dat oranje rijmt op oktober
en letters verbranden die je niet kan zien

*
en jou prachtig vinden zonder kleren aan,
nu kan beton buiten mooi zijn,
met je bleke kont erop geperst en
steentjes in onze voetzolen.
Ik mis nu al met gretige teugen.

(Als je het mist moet je het tekenen,
zei je, maar ik heb alleen maar
woorden in mijn bakje.
Het lijkt er niet eens op.)

*
Het weer maakt plaats voor jarig zijn,
voor warme choco die anders smaakt en
voor mijn wachten dat mijn zijn wordt,
zelfs al vlucht ik in flanel.
Met mijn rug in de chauffage is het herfst.

vrijdag 9 oktober 2009

F.

Ik zou nog één keer een doos willen kiezen.
Nummer acht, ofzo. Niet voor het geld,
ik wil u nog eens horen bellen
met de bankier. Mijn gezin is hier ook.

Ik zou nog eens willen koken, 1000
seconden, met gezellige dikkerds.
Een Italiaanse dikkerd.
De perfect geïntegreerde immigrant,
want gespeeld. Zo hoort het.

En ik wéét dat de band
niet voorgoed gestopt is,
het is maar een ronde.
En ik blijf kloppen op tafels
en blijf zingen in de maat.

Ik zet in uw naam
nog één keer de stoelen
aan de kant, en dank de politie
een laatste keer,
voor de dranghekken.

En in de verte zingt een
dolgedraaide meute:
we are the champions.

woensdag 15 juli 2009

Op de zondagsmarkt kocht ik
twee cimbalen. sindsdien marcheer
ik achter u, met het geluid
dat mijn applaus nu voortbrengt.

Een eenzame optocht, afvallige,
maar ik geloof in u.

zondag 12 juli 2009

Lieve Zuidpool

Soms, dan zeg ik dingen die ik meen. Veel erger dan de dingen die ik niet meen, worden die dan nog ernstig genomen ook. Wat ik je wou zeggen was. Wacht.
Jij zei iets in de trend van: "het was aangenaam", en ik zei: "tegen alle verwachtingen in."
Nu, wat ik eigenlijk bedoelde was: "tegen alle verwachtingen in?"
Wat eerder impliceert, en wat ik eerder verwacht, dat jij tegenover mij sceptisch staat, en dat ik mij moet bewijzen.
Lieve Zuidpool, u moet u niet meer bewijzen tegenover mij, dat deed u reeds, en met tumult. Ik verontschuldig mij nu voor alle grofheden die ik begaan heb tegen u, en al die die ik nog zal begaan.

Met vriendelijke groet,

Pool Noord.

maandag 6 juli 2009

Potentieel

Gesatureerde kleuren verdrinken de tuin, de muur, de vrouw die haar boek dichtslaat en op haar glas legt om de vliegen eruit te houden. Ze zegt dat ze het onweer ruikt komen. De kat spint en ik knik, slikkend, en nog eens. Het is te warm, zelfs in de schaduw van het huis.. Ze staat op en zegt dat ik zo zweet omdat ik te dik ben aan het worden terwijl ze naar de keukendeur wandelt. Of ik nog iets moet hebben.
- Wijn.
Ze wandelt even terug om mijn glas van de tafel te nemen, en dan hurkt ze voor me en aait mijn arm.
- Denk er nu maar even niet aan.
Ik neurie van ja. Ik krab haar zachtjes achter het oor, en neem de papieren van de grond die ik daar eerder heb laten vallen, een pijnscheut in mijn nieren. Ik zou minder moeten drinken, en meer water; met die hitte dan ook. Ze brengt me mijn glas dat ze op de brede armleuning van de stoel zet. Ik wacht nog even tot het glas beslagen is.
- Is het heel erg?
Ik haal mijn schouders op. Wat is erg? Het kan altijd erger. Ja, het is heel erg. Kijk zelf, kijk hoe erg het is. Maar we hebben onze gezondheid nog. En ons geld. Morgen wordt het beter. We hebben al erger gehad. Ik sta op, en zijg weer neer, en kijk hulpeloos, en neem een slok. In de zon smaakt witte wijn zoeter, wil ik zeggen.
- Ze zeggen dat ik een potentieel gevaar geworden ben.
Haar beurt om te zwijgen, te kijken. Daar is die ekster weer die aast op het eten van de kat.
Zij, nog altijd half voor me, en ik op een verweerde stoel die nooit mooi oud, nooit vintage zal zijn. Ik knijp in haar nek en trek haar naar me toe. Kus.
- Laat me maar even.
- Zeker? ze grimast.
- Zeker.
Ze loopt door de dubbele deur naar binnen waar ze even met haar ogen knippert om aan het duister te wennen.
- Bel je de buren nog? roep ik haar achterna, maar ze loopt de gang al in.

Na een poos sta ik ook op, en wandel de keuken in. Hier is de warmte minder klef maar adem ik per ongeluk een fruitvlieg in. Ik krab aan een muggenbeet op mijn wang, ik krab hem open. Ik vloek binnensmonds. Het potentieel gevaar en zijn bloedend gezicht. Ik draai de kraan open, neem een groot glas en vul het tot de rand. Ik neem verwoed drie slokken en laat het overgebleven water terug in de pompbak vallen, en nog eens. Ik zuig op mijn snorharen. Het potentieel gevaar en zijn bloedend gezicht en zijn natte snorharen.
Ik neurie nog wat. Het klinkt vreemder dan in mijn hoofd. Dat heb ik ooit tegen een dokter gezegd, dat alles wel zin heeft, dat het wel klopt in mijn hoofd.
De kaas is op. Ik wil een boterham met kaas, en die is op. Ik roep het naar de gang. Die blijft stil. Wel hoor ik plots de wasmachine brommen, zoemen, wassen. Geluid maken.

Ik bel naar wat mensen, zoekend naar een oplossing. Ik vraag hen wat ik dan gedaan zou hebben om mijn nieuwe titel te verkrijgen, en geen van hen kan mij naar voldoening antwoorden. Geen van hen, en ook die nieuwe knul die nu wel heel blij zal zijn, want met zo'n crisis in de zaak kan je toch sneller je positie afdwingen, ook hem bel ik. Hij zegt me dat ik niet moet verwachten dat ik zoiets kan veroorzaken, op zo'n manier, en dan verwachten dat dat niet opgemerkt wordt door hogerop. Over wat ik heb veroorzaakt op zo'n manier zegt hij niets. Ik ook niet, en even denk ik dat hij mij zal aanbieden me te helpen, maar dan zucht hij, en verbreekt de verbinding.
Kalm leg ook ik de haak op. Ik reik naar de papieren die ik eerder op de grond heb laten vallen, en een pijnscheut blijft uit.